Translate

8 april 2006

Textielbaronnen

Textielstad
Het is het eindpunt van de trein,
bijna geen mens hoeft er te zijn,
bijna geen hond gaat zover mee:
Enschede.
De burchten van de nijverheid
staan er nog her en der verspreid:
spelonken, hol en afgeleefd,
waar nu de wind vrij spel in heeft.
Textielbaronnen van weleer,

hun jachtgebied bestaat niet meer.
Waar zouden ze gebleven zijn,
Van Heek, Ter Kuile, Blijdenstein?
Hebben ze kinderen voortgebracht,

hebben ze hier nog nageslacht,
of koos dat snel een betere stee
dan Enschede?
Krim, Berkenkamp, Sebastopol,

het is voorbij. De maat is vol.
Bijna geen heeft hier nog weet
van uw gelatenheid, uw leed.
Dwars door het uitgeteerde hart

loopt nu de kale boelevart
met postkantoor en V&D.
O, Enschede, Enschede.


Prachtig gedicht, uiteraard van Willem Wilmink. Mij doet het wel wat. Ten eerste heb ik als kind vijf jaar in Enschede gewoond, vlak bij het Van Heekpark. Sportclub Enschede (de zwarthemden) speelde daar toen, mijn favoriete club. Jopie Janssen (ik heb zijn debuut als 15-jarige in het eerste nog meegemaakt), Jan van der Wint, Moddejonge sr. en jr., Joop Odenthal, om maar eens een paar spelers te noemen. Op de vijver voor het Van Heek huis heb ik dacht ik ook nog geschaatst, evenals op de ondergelopen tennisbanen. Ik bezocht er de Openluchtschool aan de Kottendijk. De vader van mijn vriendje Klaas Huisman zat in de textiel, hij had een garenspinnerij en -handel aan de Roomweg, die bij de vuurwerkramp van 13 mei 2000 compleet is weggevaagd. Klaas' broer Willy is toen als eigenaar ervan zwaar gedupeerd.

Ten tweede komen weliswaar niet de door Wilmink genoemde Twentse textielbaronnen, maar wel een paar bekende andere in de door mij samengestelde genealogie voor: Stork, Van Wulfften Palthe, Jansen (u weet wel, van Jansen & Tilanus), Ten Cate, Scholten, Ter Horst, Engberts. Familie van mij dus, wat dichterbij of verder weg. Ze hadden één ding gemeen: geld als water. Waar zou dit gebleven zijn? Niet bij mij in ieder geval.

Geen opmerkingen: